Door de jaren heen zijn er verscheidene software ontwikkeld die de interactie tussen gebruikers en zoekmachines aanzienlijk hebben bevorderd. Conversational search is voort gekomen uit deze ontwikkelingen. Je kunt conversational search zien als een manier waarop een zoekmachine is ingesteld waarbij de focus ligt op het geven van relevante antwoorden met een menselijke formulering. Het is tegenwoordig mogelijk voor een zoekmachine om volledige zinnen te creëren op basis van tekst of spraak.
Het kiezen van de juiste zoektermen voor Search Engine Optimization is lastig en kost veel tijd. Wanneer de juiste zoektermen gekozen worden kan dit een positief effect hebben op de positie van een webpagina in de ranglijst van een zoekmachine. Echter, is het algemeen bekend dat er in de praktijk vaak onlogische zoektermen ingevoerd worden door gebruikers. Meestal worden er steekwoorden gebruikt in plaats van volledige zinnen. Zo zullen veel gebruikers hun zoektermen als volgt invoeren: ‘drukkerij Groningen omgeving’ een grammaticaal correcte formulering zou natuurlijk zijn ‘drukkerij in Groningen en omgeving’. Toch is het mogelijk voor een zoekmachine om met behulp van input op basis van steekwoorden een relevant en goed geformuleerd antwoord te geven.
Misschien maak je wel gebruik van de spraakassistenten Siri of Alexa. Het concept is gelijk, maar de focus ligt hier vooral op spraak. De assistenten werken wanneer er alleen zoekwoorden gegeven worden, maar ook wanneer er volledige zinnen gesproken worden. Het invoeren van hele zinnen leidt voor een algoritme tot een intensief proces, computers functioneren vooral op basis van abstracte input. De zoekmachine Google maakt ook gebruik van een algoritme, genaamd Hummingbird. Dit algoritme is ook gebaseerd op het conversational search principe. Het is dus mogelijk voor dit algoritme om langere zinnen te verwerken en daarop relevante antwoorden te geven. Dit soort algoritmes bevorderen de efficiëntie van de interactie tussen mensen en machines.
Ruim zeventig jaar geleden is er een test ontwikkeld die meet of de werking van een machine overeenkomt met dat van een mens. Deze test is ontwikkeld door Alan Turing en wordt dan ook de Turing test genoemd. Denk bijvoorbeeld aan de virtuele assistenten die steeds vaker worden ingezet door klantenservices. Wanneer een software echt goed is ontwikkeld, kan het mogelijk zijn dat je een virtuele assistent niet meer van een menselijke medewerker kunt onderscheiden. Dit soort software wordt niet alleen online ingezet, ook kan het bijdragen aan de efficiëntie van telefoongesprekken. Hierbij is het mogelijk voor een software om hele zinnen uit te spreken, daarnaast is het zo gecreëerd dat er menselijke pauze momenten tussen zinnen voorkomen en welbekende ‘uhh’ momenten zijn toegevoegd.
Artificial intelligence en conversational search hebben veel met elkaar te maken. Het doel is om computers zo menselijk mogelijk te laten communiceren, dit heeft veel tijd nodig. Met behulp van een algoritme is het mogelijk voor een computer om menselijke gedragskenmerken te herkennen en te registreren. Het is niet onwaarschijnlijk dat computers in de toekomst zowel via schrift en spraak bijna identiek aan de mens zullen gaan communiceren.